Hoofdstuk 1 De Introductie

17-02-2012 22:15

Deeltje 1

‘En hiermee sluit ik de vergadering. Ik dank een ieder die vanavond aanwezig is geweest en ik hoop u volgende maand weer terug te zien.’ De voorzitter keek vragend naar de notulist. Deze rommelde wat tussen haar papieren en mompelde: ‘ De volgende vergadering is op 28 maart a.s. om 19 uur in de Grote Zaal.’ De voorzitter keek weer recht de ruimte in en zei: ‘Juist, 28 maart a.s. dus om 19 uur in de Grote Zaal, zorg dat u er bij bent. ‘ Met deze woorden eindigde hij zijn betoog en begon aan het verzamelen van zijn eigen paperassen, intussen zijn mobiele telefoon uit zijn binnenzak halend. Met zijn papieren onder zijn arm en de telefoon in zijn hand verliet hij de zaal, gevolgd door de notulist, die ook nog eens zijn echtgenote was.

 

‘Zo’ dacht Inez ‘ dat heb ik ook maar weer eens gehad.’ Ze keek op de klok en bedacht zich dat de vergadering bijna twee uur had geduurd, dat ze niet heel erg veel verder waren gekomen en dat haar schoenen wel erg strak zaten. Snel schreef ze de datum en tijd in haar agenda, borg haar bril op in de roze brillenkoker die ze voor haar verjaardag van haar neefje had gehad en pakte een stukje kauwgom uit haar tas.

Inez keek de zaal eens rond en bekeek de mensen die samen met haar twee uur lang in vergadering hadden gezeten. Allemaal mannen en ze kende ze allemaal. Er zat geen één smakelijk exemplaar tussen. En wat er een beetje leuk uitzag, was of bezet, of homosexueel.

‘Nou ja,’ dacht ze ‘ik ben in ieder geval blij dat ik klaar ben hier, dat ik naar huis kan gaan om die verduvelde schoenen uit te trekken’ en ze keek naar haar voeten. Fantastisch leuke schoenen, dat wel maar ze liepen voor geen meter. Liefkozend noemde ze het stel altijd haar ‘zitschoenen’. Hoge hakken, sierlijke lijnen en in een prachtige kleur paars. Stonden werkelijk prachtig, maar je kon er absoluut niet comfortabel op lopen. En geen idee waarom ze ze die middag eigenlijk had aangedaan. Maar goed. Snel nog even naar de supermarkt voor een fles wijn en wat kaas. Dat ene extra kwartiertje op die schoenen lopen maakte nou ook niet meer uit. Ze keek opnieuw de zaal in, die nagenoeg bijna leeg was. Alle spullen in de tas? Niets vergeten? ‘Mooi, dan kun je nu opstaan en de zaal uitstrompelen zonder raar nagekeken te worden.’ Ze voegde daad bij woord, stond kordaat op, kromp ineen door een pijnscheut in haar voet en jubelde met haar tenen. ‘Ja, echt krappe schoenen.’

 

De zaal uit, linksom de deur door, dan de gang in, rechts een paar trappetjes af en naar buiten. De koude februari lucht voelde prikkelend aan en ze zoog haar longen vol met frisse lucht. De suffigheid van zonet verdween als sneeuw voor de zon en ze bedacht zich dat ze ook nog even beter likdoorn pleisters kon kopen. Precies tussen haar kleine teentje en dat andere teentje ernaast – hoe noem je DIE teen eigenlijk? Ringteen?- zat een venijnig stukje eelt en het werd nu toch echt tijd om dat ding eens om zeep te helpen. ‘Oké, de Appie dus en dan snel naar huis.’

Ze zocht naar een pakje sigaretten in haar tas en net op dat moment hoorde ze een stem achter zich zeggen: ‘Hey Inez, waar gaan die schoentjes naar toe?’ Ergens in de verte hoorde ze haar naam wel, maar dat pakje siggo’s zat zo diep weggemoffeld, dat het niet meteen tot haar doordrong dat het de stem van Rafael was, die iets tegen haar zei.

‘Joehoe! Heb je me niet gehoord?’ Opeens herkende ze de stem en ze keek op en draaide zich weer om. ‘Hey Raf!  Kom je nu pas uit de vergadering? Wat duurde dat lang niet?’ Ze glimlachte. ‘Bingo!’ In haar hand prijkte een klein kartonnen doosje met daarin een aansteker en nog twee sigaretten. ‘Wil je er ook eentje?’ zei ze terwijl ze er eentje opstak en wetende dat Rafael niet rookte, het zelfs verafschuwde. Misprijzend bekeek hij het aangebodene en trok een vies gezicht. ‘Nee, dank je wel’ en hij liet hierbij de binnenkant van zijn opgestoken hand zien. Hij leek wel een agent die het verkeer stond te regelen.  Een soort van stopteken dus en Inez moest diep van binnen wel een beetje lachen om zijn houding. ‘Wat een stijve hark is hij toch eigenlijk zeg’ dacht ze.

Rafael, een vage kennis, door een vriend van een vriend. Iemand die Rafael ooit eens in haar leven had geïntroduceerd en vervolgens zelf uit beeld was verdwenen.

Tja…..Rafael

Rafael was Rafael. Raf in het kort voor vrienden, burgers en buitenlui. Niets meer en niets minder. Niets bijzonders ondanks dat ze hem toch bijna regelmatig zag. Dan zei ze gedag, knikte vriendelijk naar hem en hij kocht soms zelfs wel eens een biertje voor haar als ze elkaar toevallig hadden gespot in het uitgaansleven. Een praatje pot, beetje lachen en meer dan dat was het niet. Raf zat bij dezelfde toneelvereniging en dat was het enige dat ze gemeen hadden.

 

Toch was het vreemd. Als ze hem tegen kwam in een kroeg, omringd door vrienden, vond ze het niet zo erg. Maar op één of andere manier, voelde het altijd ongemakkelijk om alleen met hem te zijn. Instinctief ontweek ze hem dan altijd en ze had werkelijk geen idee waarom.

Ook nu weer, en ze greep het boodschappen excuus met beide handen aan. ‘Hey joh, ik moet nog een paar boodschappen doen en het wordt al laat.’ Demonstratief keek ze op haar horloge. ‘Zal ik een eindje met je meelopen?’ vroeg hij. ‘Nee hoor, is niet nodig. Ontzettend aardig van je maar het hoeft echt niet. Appie is hier om de hoek en ik ben toch zo thuis met de bus.’ Ze verplaatste onbewust haar gewicht van de gezonde naar de pijnlijke voet terwijl ze dit zei en een kreetje van pijn ontsnapte haar. ‘Zei je wat?’vroeg Raf. Inez beet op haar lip. ‘Nee hoor, ik heb het alleen een beetje koud. Ik ga er maar vandoor, ik zie je van de week wel weer.’ Met die woorden draaide ze zich om en liep weg.