Hoofdstuk 2 Slecht nieuws
Deeltje 5
Kwart over zeven in café Tilly’s Verjaardag. Estelle zat al aan de bar toen Inez binnen kwam vallen. Ze had nog niet in de gaten dat Inez binnen was. Luid sprekend en breed gebaren makend, vertelde Estelle in geuren en kleuren een verhaal aan een paar mensen aan de bar.
Het viel Inez op dat Estelle eigenlijk altijd wildvreemde mensen aan het lachen kreeg en dat mensen aan haar lippen hingen als ze op komische manier iets nabootste of vertelde. Het viel haar ook op dat Estelle was afgevallen. Dat verbaasde haar. Ze wist niet dat Estelle op dieet was. Inez trok haar jas uit en hing het op de kapstok vlakbij de toegangsdeur. Het was niet heel erg druk op het moment. Ze sloop op Estelle af en kuste haar op haar wang toen ze dichtbij genoeg was. Estelle rook verrukkelijk.
‘Hey Ieniemienie!’ Estelle ging staan en sloot haar vriendin hartelijk in de armen. ‘Je bent vroeg. Ik had je nog niet verwacht,’ In plaats van de drie gebruikelijke kussen op de wang, kusten ze elkaar vol op de mond. Dit lokte een reactie uit bij de barman. ‘Hey rustig aan dames! De heren hier -hij wenkte naar een drietal jonge gasten iets verderop aan de bar- worden nog jaloers van al dat gesodemieter!’ Hij schudde glimlachend zijn hoofd en ging verder met het spoelen van de glazen. Inez en Estelle proestten het uit van het lachen. ‘Sorry Ton, ik dacht niet dat het jou zo veel kon schelen. Hoe is het met Marco?’ Estelle nam bijna vilein lachend een slok van haar wijntje. Ton de barman spoelde zijn glazen glimlachend. Zijn blik verzachte toen hij eventjes aan zijn geliefde dacht ‘Met Marco gaat het heel goed eigenlijk. Kan ook haast niet anders nu hij mij aan zijn zijde heeft.’ In zijn gedachten speelde kennelijk een komisch tafereeltje af, want opeens begon hij te grinniken. Hij veegde zijn handen af. ‘Zeg het eens Ien, wat wil je drinken vandaag?’ De pretlichtjes in zijn ogen spraken boekdelen en onwillekeurig kreeg Inez een warm gevoel van binnen. ‘Vet jammer dat Ton zo ruig als een boender is’ ging er door haar heen ‘Ik had het wel op hem gekund.’ Inez maakte haar ogen los van de sappige barkeeper, keek naar wat Estelle dronk en bestelde toen twee keer van hetzelfde.
‘Laten we ergens apart gaan zitten’ fluisterde Estelle Inez in haar oor. Ze wachtte Inez’ reactie niet af, pakte haar spulletjes, nam amicaal afscheid van de compleet vreemde mensen en liep naar een intiem plekje in de hoek. Toen Inez met de twee glazen wijn aankwam, zat Estelle al volledig geïnstalleerd aan het tafeltje en zocht iets in haar tas. Inez nam plaats. ‘Kut eigenlijk dat we niet meer binnen mogen roken. Ik had er wel eentje gelust op dit moment. Nou ja, dan maar een grote slok.’ en ze voegde daad bij woord. De wijn was licht zuur en Inez kon niets anders dan haar neus een beetje optrekken. Estelle keek haar aan en glimlachte. ‘Jezus mens, wat kun jij toch gekke bekken trekken als je aan de jajem zit. Proost!’ Estelle hief het glas en nam daarna eveneens een flinke teug. Op de tafel lag een cadeautje van een vrij redelijk formaat. Het was kunstig ingepakt en eigenlijk zonde om open te maken.
‘Hier schat, dit is het cadeautje waar ik het over had. Maak hem maar open, of liever gezegd , maak haar maar open.’ Estelle pakte het pakje en legde dat voor Inez neer. Inez zette het glas op de tafel en bekeek het pakje. Het pakpapier was een soort van fragiel paars, haar lievelingskleur. Op de voorgrond zag ze grote donkerpaarse en gele bloemen, beiden omringd door een witte rand. Het pakje was voorzien van een gestrikt breed wit lint. Het was vierkant, kennelijk zat het geschenk in een doos. Voorzichtig trok ze het lint los en peuterde aan het papier. Toen dat eenmaal was verwijderd, en ze het pakpapier aan de zijkant had geduwd, hield ze een donkerpaarse doos in haar handen. Ze bekeek het geval van alle kanten en genoot even van de spanning van het moment. De ogen van Estelle keken haar verwachtingsvol aan. ‘Maak het nou open joh!’ Inez glimlachte even.
‘Waar heb ik dat nou aan verdiend?’ mompelde ze. Estelle lachte maar zei niets. In plaats daarvan gebaarde ze vooral door te gaan met uitpakken. Met ietwat trillende handen opende Inez de doos. In de doos vond ze lila vloeipapier. Ze zette de doos op tafel neer en trok het vloeipapier weg. Voor haar neus ontvouwde zich een klein meerkleurig beeldje van een vrouw, die in haar rechterhand een mand droeg met daarin een heleboel schijnbaar losse, goudkleurige centen. Op haar hoofd droeg ze een bronsachtige kroon en haar ogen waren afgedekt door een blinddoek. Aan haar voeten zag Inez eveneens een heleboel munten. Het beeldje leek van brons te zijn gemaakt en was prachtig gedetailleerd. De jurk die ze droeg, was fantastisch. Het zilverkleurige van de jurk leek daar iets donkerder te zijn dan de bronskleurige huid van de vrouw maar vormde op een rare manier toch één kleurschakering . Eén knie was bloot en stak verleidelijk uit de jurk, die zeer vrouwelijk van vorm was. Haar schouders waren onbedekt en het kant van de strapless jurk was goed zichtbaar. Inez had geen verstand van kunst, maar ze wist zeker dat de maker van dit prachtstuk kennis had van zaken toen hij de puntige borsten van de vrouw creëerde en verborg onder een zeer realistisch kanten decolleté. Ze slaakte een zucht. ‘O Es! Essie! Wat een mooi cadeau! Waar heb ik dat nou aan te danken joh? Ik vind het prachtig!’ Estelle keek haar vriendin aan. ‘Ja? Vind je het echt mooi? Ik zag haar staan gisteren en ik vond haar zo op je lijken. Ik weet niet waarom, maar ik moest gewoon aan je denken. Heb je dat gezichtje gezien?’
Inez keek nogmaals naar het beeldje en deze keer concentreerde ze zich op het gezicht van de vrouw. Het gezicht was maar voor de helft zichtbaar. De blinddoek deed haar denken aan Vrouwe Justitia. ‘Wie is het eigenlijk?’ Estelle pakte iets uit haar tas. ‘Hier heb je het certificaat. Het beeldje is echt hoor.’ Glimlachend schoof ze het certificaat naar Inez. ‘Drink je wijn eens op. Ik ga nieuwe halen, ik heb een ontzettend droge bek.’ Ze verborg een nieuwe hoestaanval achter haar hand en stond op. Ze pakte haar portemonnee en weg was ze, Inez achterlatend met het kostbare beeldje in handen.
Inez pakte het certificaat en las dat zij nu de nieuwe eigenaar was van de sculptuur genaamd Fortuna en waarvoor uiteraard de hartelijke felicitaties toegewenst. Van deze sculptuur waren er door de kunstenaar slechts een dertigtal exemplaren gegoten en dit was nummer 19. Voorzichtig liet ze het vrouwtje door haar handen glijden en bekeek haar vanaf verschillende hoeken. Ze leken inderdaad veel op elkaar, Fortuna en zij. Dat had Estelle heel goed gezien. Grappig eigenlijk. En ook bijzonder om te weten dat toen de kunstenaar deze sculptuur maakte, hij dit gedaan had op basis van het type vrouw zoals Inez was, in zijn geestesoog. Zonder haar te kennen en zonder te weten dat haar evenbeeld ooit haar eigenaar zou zijn. Estelle kwam aanlopen met de twee nieuwe wijntjes. ‘En? Vind je het wat?’ Ze plofte neer op de stoel tegenover Inez en schoof haar het glas wijn toe. ‘Ik vind het prachtig Es! Hoe kom je erbij om dit voor me te doen? Wat ontzettend lief van je!’ Inez pakte over de tafel heen, de hand van haar vriendin en kneep even in haar vingers. Estelle lachte even, een soort van verlegenheid tonend die Inez absoluut niet van haar gewend was. ‘Tja, ik weet het ook niet hoor. Ik liep toevallig langs die winkel, mijn oog viel erop en ik moest gewoon aan jou denken. Dat het me nou een rib uit mijn lijf kostte, maakte me niet eens uit. Ik vond gewoon dat het beeldje voor jou bestemd was. Helemaal toen ik haar naam las. Had je al gezien dat haar naam Fortuna is?’ Inez knikte. ‘Tja, ik vond dat je eigenlijk wel wat ‘Fortuna’ in je leven kon gebruiken. Ik hoop dat ze je geluk brengt.’ Met deze woorden pakte Estelle haar glas wijn en hield het proostend omhoog. ‘Op je geluk dan maar, moge de grote Vrouwe Fortuna vanaf nu genadeloos en keihard op je kop schijten.’ Inez keek Estelle grinnikend aan. Nu was het haar beurt om verlegen haar ogen neer te slaan en te bedenken dat Vrouwe Fortuna haar al genadeloos op haar kop had gescheten door Estelle deel uit te laten maken van haar leven.