Hoofdstuk 2 Slecht nieuws

01-03-2012 09:48

Deeltje 4

 

Inez werd wakker door kramp in haar benen. Naomi was zoals eigenlijk verwacht, die nacht stiekem in het grote bed gekropen en lag klem bovenop haar. In haar slaap had Inez zich kennelijk zo raar in alle bochten gewrongen om ruimte te maken voor dat kleine spook, dat ze nu iedere spier aan haar achterkantje voelde. Automatisch keek ze naar de wekkerradio. Het was kwart voor vijf, drie kwartier voordat het alarm zou afgaan. Met een bijna elegante hoepelepoepzwaai flikkerde ze uit het bed.

‘Kutkramp ook! Wie verzint er nou zoiets zo vroeg in de morgen. Jeetje, ik lijk wel een oud wijf!’ en ze sjokte naar de WC om haar ding te doen. Met haar ellebogen op haar knieën, haar handen voor haar ogen, liet ze een keiharde scheet in de pot. ‘ECHO! Zo zeg..haha…dat lucht op. Beter in de vrije buitenlucht dan in een benauwd gat zou Pa zeggen.’ Met haar slaperige kop moest ze om zichzelf lachen. Al had ze helemaal geen zin om te lachen. Nog even bleef ze zo zitten, niet omdat ze nou zo lekker zat maar gewoon omdat ze te lui was om op te staan en haar kont af te vegen. Bovendien had ze ook hélemaal geen zin om weer te gaan zitten klooien met die tampon. Het waren dagen als dit, die al zwaar aanvoelden bij het opstaan, waar ze zo tegenop zag. Dinsdag was altijd een vrij drukke dag in haar schema. De ene keer ging het best goed en de andere keer viel het gewoon te zwaar op haar dak. Het had geen zin om over de oorzaak na te denken. Zo voelde ze het gewoon. Sinds ze die depressie had, was alles anders geworden, ook al deed ze nog zo hard haar best om het te ontkennen. Met een diepe zucht, schoof ze een nieuwe tampon in positie, controleerde of ook werkelijk alles schoon was daar beneden, stond op en trok door. Tijdens het handenwassen, keek ze in de spiegel. Tot haar grote verbazing zag ze er eigenlijk best goed uit. Meteen maar even tandenpoetsen nu ze er toch stond. Kon meteen ook dat anti depri spul naar binnen gewerkt worden.

‘Bizar. Die baggerbak  heeft mij van alles  aangedaan. En wat doe hij nu? Zit zijn straf een beetje uit. Doet een beetje charmant hier en daar, beetje aan de juiste touwtjes trekken en met zijn  geluk  komt ie eerder vrij en is hij overal van af. Gaat ie gewoon weer vrolijk door met klieren. Ik zit waarschijnlijk langer aan dat depri spul dan hij ooit achter de tralies zal zitten. Wat een kutleven heb ik toch eigenlijk.’

In gedachten verzonken liep Inez de trap af naar keuken. De herinnering aan Jeroen was vanochtend wel erg levendig. Zou het komen door die mailtjes die ze onlangs had gehad? En hoe zat dat nou met dat rare telefoontje een dag eerder? Dat kon Jeroen toch niet zijn geweest zeker? Ondanks dat ze samen met Estelle had uitgevogeld dat het waarschijnlijk toch Jochem moest zijn, had ze toch haar twijfels. Jochem leek dan wel de meest voor de hand liggende optie maar Jochem was ook een lafaard in zijn soort. Inez zag hem er wel voor aan dat hij zou gaan bellen en misschien zelfs zou gaan dreigen. Maar toch ook weer niet op deze manier. Deze gast was toch iets geraffineerder zo te zien. Toch iets meer in de stijl van Jeroen.

Hoe lang was het nou geleden? Toch zeker wel zo’n drie jaar terug of zoiets? Inez schudde krachtig haar hoofd.  ‘Nee, ik ga hier niet aan denken! Ik wil het niet! Het is in het verleden, dit is het nu en vanaf hier moet ik verder….in mijn eentje en met die kleine meid.’

 

De eerste kop koffie smaakte bitter maar dat was ze gewend. Om één of andere reden bleef die rotsmaak van die depri pil altijd in haar mond hangen. ‘Stomme trut, dan had je ook die pil moeten slikken voordat je je tanden poetste.’ Bij de tweede bak pleur ging het al iets beter maar misschien kwam dat ook omdat ze er  een sigaret bij had opgestoken. De stilte in de keuken beviel haar niet. Ze keek eens om zich heen. De keukenkastjes waren van een harde houtsoort vervaardigd en tevens licht gebeitst, zodat ook daar de nerf te zien was. De zachtgele kleur was eigenlijk een foute keuze. Ze had gedacht dat gele tinten in de keuken, de boel zouden opfleuren. Op een bepaalde manier was dat ook wel zo, maar toch klopte het niet. Geel hout stond gewoon raar. Punt. Net alsof je jaren je kastjes niet had gesopt. Als je niet beter wist, zou je denken dat er een heel elftal een jaar lang in ploegendienst had lopen stomen in die keuken. De beits had  inderdaad iets weg van een witte muur die compleet vergeeld was door nicotine.. Misschien moest ze maar eens gaan nadenken over een nieuwe kleur. ‘He gadverdamme, daar heb ik helemaal geen zin in!’ De gedachte alleen al stond haar tegen, laat staan dat ze voor het echie weer in haar schildertenue moest komen aantreden. ‘Laat die stomme keuken ook maar, wat zit ik me druk te maken zeg!’ Ze stond op en verhuisde haar chtendspulletjes naar de computerkamer.

 

Eenmaal goed en wel gesetteld, begon ze meteen aan haar rondje nieuws berichten, horoscoop en natuurlijk Facebook. Haar slechte humeur werd iets minder toen ze een berichtje van Jasper ontdekte.

 

‘Hey Inez! Vrijdag lijkt me een goed idee. Ik weet alleen nog niet precies hoe laat want ik heb die dag een cursus aan de andere kant van het land.  (Hoe krijgen ze dat nou voor elkaar? Haha) Ik denk dat ik wel in de file terecht kom of zo, dus ik kan niet precies een tijd aangeven. Ik zal wel hongerig zijn dan, heb je zin om iets te gaan eten? Dan vang ik twee vliegen in één klap. Niet dat jij een vlieg bent hoor, zo bedoel ik het niet. Wat ik eigenlijk wil zeggen is dat ik het heel leuk vind om je weer terug te zien. Hou je van Surinaams eten? Ik weet een hele leuke tent hier in het centrum, ze hebben daar fantastische roti’s en zo.  Nou ja, ik hoor wel wat je er van vind.

ps.…..ik vind het zo spannend om je weer te zien! Heb jij dat nou ook?’

 

De uitdrukking op haar gezicht sprak boekdelen. Uiterste verbazing. Had ze dat nou goed gelezen? Wilde hij met haar gaan eten? Hallo? Het ging toch alleen maar om het teruggeven van die bonuskaart? Een drankje oké, maar een etentje? Jeetje, dat beloofde wel iets heel spannends te worden. Diep in haar buik ontwaakte een pietepeuterig vlindertje. En juist daarom, besloot ze niet meteen te reageren.

 

De ochtend vloog voorbij. Naomi op tijd en fris gewassen en gevoed op school, de Officier was weer heel blij met haar en Kees was niet op kantoor. Niemand had een idee waar hij uithing. Om half twee verliet ze het pand en fietste ze naar de andere kant van de stad, naar de praktijk van haar psycholoog.

‘Hey Inez! Kom binnen.’ zei Leendert  met een zachte stem toen hij haar goedkeurend opnam en haar binnenliet. ‘Je ziet er goed uit vandaag. Je weet de weg naar de wachtruimte. Ik maak even snel iets af en dan wil ik daarna alles horen wat je hebt meegemaakt.’ Inez glimlachte naar hem en ging naar de wachtkamer. Binnen 10 minuten zat ze tegenover Leendert. Leendert van Wanrooij. Een dikke man van rond de 50, half kaal en half haar. Hoe smeuïg wil je het hebben? Prototype van een SP stemmer en sociaal bewogen tot en met. Nu ze zo voor hem zat viel het haar ineens op dat hij toch wel bijzonder veel weg had van Jan Marijnissen. En dat was gek want Leendert straalde vertrouwen uit, en dat kon ze van die politicus toch echt niet zeggen. Zou wel geen familie zijn dan.

‘Goed Inez, waar wil je het over hebben?’ Die vraag werd iedere week gesteld. ‘Nou, nu je het toch vraagt Leen, wil ik het even hebben over het afbouwen van die depri pillen. Wat vind jij er van als ik dat zou gaan doen?’ Leendert keek haar vragend aan maar reageerde niet. ‘Ja, ik vind echt dat ik het nou wel lang genoeg geslikt heb. Letterlijk en figuurlijk om het maar even zo te zeggen. Ik voel me mezelf niet meer, al een hele tijd niet meer en daar moet nu echt een einde aan komen. Ik ben het zat, ik wil weer echte emoties kunnen voelen.’

‘Hoe kom je er zo bij? Is er iets gebeurd waardoor je denkt dat je beter kunt gaan afbouwen met de medicatie?’ Inez keek hem aan. ‘Nee, er is niet echt iets bijzonders gebeurd of zo, maar ik wil er gewoon van af. Ik heb er gewoon geen zin meer in om als een halve zombie rond te lopen. Ik denk dat ik het aan kan om gewoon de draad weer op te pakken.’ Een heel uur lang sprak ze met Leendert over wat haar de voorafgaande week had beziggehouden. De ontvangst van de mailtjes en het telefoontje hield ze voor zich.

 

Nadat ze Naomi van school had gehaald en bij haar ouders had gebracht, ging Inez per fiets richting huis. Dinsdag was altijd een rare dag. Het was de dag waarop ze zich het minst moeder voelde. Vanwege het tolkenrooster, had ze bijna altijd wel iets te doen in de ochtend, soms bij de politie, maar meestal bij Officier of in de rechtbank. Ze had er een gewoonte van gemaakt om rond lunchtijd altijd even op kantoor van de uitgever te komen om vooral haar netwerk in goede conditie te houden. Meestal ging ze dan ergens iets eten met Kees, die een vast contract had bij de uitgeverij. Via hem kreeg ze freelance opdrachten om Engelse boeken te vertalen. In de middag had ze bijna altijd een afspraak met Leendert én ze had een afspraak met haar ouders dat Naomi bij hen bleef logeren. De dinsdagavond was voor Inez alleen. Die tijd had ze nodig om weer een beetje bij te tanken. Dinsdag was de meest voorspelbare dag en ze haatte het. Inez hield niet van regelmaat. Ze hield er absoluut niet van om alles vooraf in te plannen en te organiseren. Ze was gewoon meer het type van  ‘het leven nemen zoals het komt’. Maar met de zorg voor een kind, kwam het daar even niet van. Kinderen hadden gewoon regelmaat nodig. Althans, zo werd gezegd. En dus volgde ze maar de adviezen op van de professionals. Want voor je het wist, stond Jeugdzorg op de stoep en kreeg je het etiket van ontaarde moeder. Dan werd je in een hokje gestopt. Gescheiden Alleenstaande Moeder. Net op de financiële modale grens door een fulltime baan en daardoor waarschijnlijk geen tijd om onverdeelde aandacht te schenken. En daarmee een vruchtbare bodem voor mogelijk toekomstig ontspoorde kinderen  want geen andere ouder in beeld als rolmodel.  Bovendien zat dit zogenaamde rolmodel in de gevangenis wegens dood door schuld, zware mishandeling en verkrachting. Wat zei haar partnerkeuze over haar?  ‘Ach man, ik lijk wel paranoia! Ik moet geloof ik, echt stoppen met die troep. Dit gaat helemaal nergens meer over.’ Ze zette een tandje bij. Nog een paar straten en dan was ze thuis. Het begon te regenen.

 

Inez had geluk gehad. Na haar scheiding van tafel en bed had ze via een makelaar een leuk huurhuisje gevonden in het centrum van haar stad, voor weinig geld. Het was een vrijstaand pandje in een smal steegje en bestond uit een atelier op de begane grond en een drietal etages daarboven. Inez huurde de drie etages die samen één woning vormden. Haar stulpje was toegankelijk via een eigen voordeur. In het atelier onder haar woning, huisde een kunstenaar die op zijn minst wereldvreemd leek, maar Inez kon best met hem overweg. Zolang het maar niet al te persoonlijk werd. Ze was in ieder geval blij dat ze ’s avonds een plek had om haar fiets te stallen. Douwe vond het allemaal best en bood zelfs aan om haar te helpen met decoreren. Vriendelijk maar beleefd stuurde ze hem met een kluitje in het riet. Bohemienachtig of niet, geen junks in de buurt van haar baby. Douwe vond het helemaal best dat hij met dat kluitje werd weggestuurd. Hij zat liever achter  zijn ezel of zijn werkbank.  En nog liever stak hij een naald in zijn arm. Nadat Douwe op een dag niet lang na haar komst in het pandje, bezweek aan een overdosis werd het atelier door de gemeente leeggehaald.  Ouwe Douwe bleek geen familie meer te hebben. De kosten voor de begrafenis werden betaald door de gemeente en de opbrengst van zijn inboedel werd ingezet om die kosten zoveel mogelijk te dekken.

Hoe dan ook, Inez vroeg zich af wat er voor in de plaats zou tterug komen. Kennelijk was het atelier niet helemaal in trek omdat het tot op de dag van vandaag leeg stond. Het zag er een beetje verpauperd uit inmiddels. Intussen had ze haar eigen woning zo goed en kwaad het kon een beetje opgeknapt van binnen. Het pandje dateerde uit de 17e eeuw en was kennelijk ooit gebouwd als pakhuis. Ze wist weinig van de geschiedenis af. Juist omdat ze zich zo depri voelde, besloot ze dat de hele ruimte licht moest zijn, met telkens een andere accent kleur in iedere kamer. Ze hield van haar huis.  Haar vader niet. Om kosten te besparen, wilde ze zoveel mogelijk zelf doen. Daarbij stuitte ze wel op een probleem….hoe kun je zelf dingen doen als je de juiste gereedschappen niet hebt? Laat staan dat je weet welk stuk gereedschap je moet gebruiken voor de klus. En daar zijn vaders dan weer wel goed voor. Want vaders weten alles van klussen. Vaders hebben ook gereedschap. De arme pa van Inez werd gek van zijn dochter.  En om niet nog gekker van haar te worden, besloot hij haar in hoogsteigen persoon te helpen. Hij kreeg er nog plezier in ook. Resultaat was een hippe woning, een trotse pa  en een vergulde Inez. Haar nieuwe leven kon beginnen. Met dank aan Pa, de liefste man in de hele wereld.

 

Bij de voordeur aangekomen, zag ze een stukje post uit de brievenbus hangen. ‘Nou, dat is ook lekker slim van die gozer. Wat nou als ze staan te hengelen hier zo?  Wordt het ze even makkelijk gemaakt zeg.’ Ze zette haar fiets tegen de deuren van het atelier. Met het wegvallen van Douwe, viel ook haar gratis fietsenstalling weg. Blij dat ze thuis was, trok ze de post uit de brievenbus. Twee dikke omgevouwen enveloppen van de Belastingdienst afdeling Toeslagen en een herinneringsnota van de waterleiding. Op de deurmat lag een rode envelop. Ze bukte zich en raapte het op, voegde het bij de andere enveloppen zonder er echt naar te kijken en liep de trap op naar boven.

Half zes, nog wel eventjes de tijd om zich een beetje op te knappen voordat ze naar Estelle ging. Ze schopte haar schoenen uit, legde enveloppen en sleutels op het keukenblad en verdween in de badkamer.